Achter de Costa´s

Achter de Costa´s

De zangeres zonder naam zong het bijna goed: ” Het was aan de Costa del Sol”.

Nou. áán die Costa del Sol hebben wij niet zo veel te zoeken.

Maar vlak d´r achter des te meer:  Kleine wegen, stille dorpen, schitterende natuur en bochten tot je er misselijk van wordt.  ” Daar sloeg mijn hartje op hol”

 

Het is een uur lang breien en punniken op weg naar Comares in de uitlopers van de Sierra Nevada.  Het asfalt is smal, pokdalig en draait, krult en wringt zich door de heuvels.  Gas geven, schakelen, sturen, remmen, en weer gas geven.  Na het toeristencircus van Torremolinos is dit precies waarvoor we gekomen zijn: een paar dagen pittig toeren door puur Andalusië, de mooiste streek van Spanje.  Terwijl thuis in Nederland de jaarlijkse grauwdeken is neergedaald,  schijnt hier in het diepe zuiden van Europa nog altijd de zon.  Om de naderende najaarsmoeheid op afstand te houden,  heb je helemaal geen modieuze lichttherapie of psycholoog à 125 euro per uur nodig.  Een ticket naar Málaga en een volgetankte motor zijn voldoende.  En veel leuker bovendien.  Lang leve het lowcost vliegen!  Dus hebben wij ons naar een zonnig bankje boven Comares gestuurd.  We hebben er eersteklas uitzicht op het dorpje dat zich als een zwaluwnest aan de spitse heuvel vastklampt.  De muren zijn er dik,  de straatjes smal.  In het verre verleden was deze ligging niet alleen veilig,  maar ook koel omdat het elk briesje uit de wijde omtrek vangt.  Lekker als de temperaturen in de zomer boven de veertig graden pieken.  Een wandelroute door Comares gaat langs kerken,  een oude handelsweg,  het bastion en bescheiden herinneringen aan de tijd dat de Arabieren hier de dienst uitmaakten. Vanaf de oude toren kijken we bijna 360 graden rondom over de doodstille Axarquía, zoals de streek ten oosten van Málaga heet.  Hemelsbreed ligt de betonkust hier 25 kilometer vandaan,  maar het lijkt lichtjaren ver verwijderd.

 

EZELBREED

De straten van Comares zijn,  zoals in bijna alle oude dorpen hier, piepklein en supersmal.  Ze zijn berekend op de breedte van een ezel met bagage.  Met de motor wurmen wij ons er doorheen,  voor auto’s is dit onbegaanbaar terrein. Tussen de witgekalkte gevels zoeken we de weg naar La Zubita,  maar vinden we een gravelpad door de woestenij.  Spannend,  mooi,  slecht,  gaten en nergens saai.  Wat doen we?  Blijven we doorrijden en zien we wel wat er op ons pad komt of draaien we om?  We rijden door en landen na twee droge rivierbeddingen weer op echt asfalt.  Heerlijk om de Yamaha Ténéré daar weer de sporen te geven,  zonder dat het voorwiel voortdurend in diepe kuilen dreigt te verdwijnen.  Een oude karavaanroute gaat van Vélez Málaga via Alcaucín over de Zafarrayapas naar Alhama de Granada.  Het is er prachtig.  We passeren oude bruggen,  cactussen,  palmbomen en boerderijen.  Tot we na een bocadillo con queso – broodje kaas – in Acaucín de weg weer eens kwijtraken.  En dat is hier soms,  zo weten we nu,  een onverwacht gelukje.  Op gevoel rijden we een keer links, een keer rechts en een stukje rechtdoor door ongerept platteland.  Na een wegblokkade van geiten en schapen,  bereiken we uiteindelijk,  precies zoals gepland, de Zafarrayapas.  Met de hand stevig aan het gas draaien we driftig door de bergen.  Links vangen we een glimp op van het Moorse dorp Zalía,  dat volgens een legende verlaten zou zijn als gevolg van een slangenplaag.  Het is waarschijnlijker dat de inwoners aan het zwaard zijn geregen toen de Christenen met succes de Moren aan het verjagen waren.  Na het topje van de pas volgt er niet de gebruikelijke afdaling,  maar rijden we over een soort hoogvlakte verder.

 

WONDERLIJK, HEEL WONDERLIJK.

Hier, aan de andere kant van de bergrug,  verandert ook langzaam maar zeker het landschap. Reden we een half uur geleden nog door bergen, bossen en citrusplantages,  nu volgen heuvels,  olijfbomen en eenzame finca’s in een uitgestrekt en leeg landschap vol verrassingen. Alhama de Granada is er een van. Boven eendiepe kloof bevindt zich de Arabische wijk van het stadje met zijn kleine huizen,  kerken en heilzame baden. Al Hamma betekent in het Arabisch dan ook zoiets als warmwaterbron.  We gaan er even uit het zadel om een stukje door de indrukwekkende kloof te wandelen. Voor de nacht strijken we neer in nog zo’n surprise: Montefrio.  We vangen er de laatste zonnestralen voor de deur van de populaire dorpsbar. Bij de pot bier worden gratis tapas geserveerd met uiteraard ham en olijven, de specialiteit van de streek. Om ons heen alleen Spanjaarden. We wensen elkaar netjes buenas tardes.

 

 

ROLLERCOASTER

Terwijl de dauw nog op de olijfbomen staat,  zijn wij alweer op weg naar Priego de Cordoba,  een stadje vol barokke gebouwen en nauwelijks bezocht door toeristen.  De route gaat door een golvend olijvenland in tientallen aardetinten.  En naarmate we noordelijker komen,  krijgen we op de buddy een meningsverschil: passagier C. vindt het een zelfmoordlandschap omdat er geen einde aan lijkt te komen.  Piloot H.  noemt het van grote schoonheid. Beiden hebben gelijk.  Het is inderdaad eentonig,  maar dat hoef je niet als saai te ervaren.  Want de weg vliegt er als een rollercoaster doorheen:  omhoog,  omlaag,  naar links,  naar rechts,  vooruit,  achteruit en ondersteboven. Zúhéros maakt aan de discussie een eind. De vergezichten veranderen er per honderd meter,  het dorp lijkt alsmaar spectaculairder te liggen en de weg blijft maar klimmen en klimmen. Hier geen olijven meer,  maar ruige rotsen en bossen in de verte. Er zijn grotten te bezoeken,  maar wij hebben ernstig behoefte aan pauze. Terug naar Zúheros dus.  Naar het kloppend hart met pleintje en terras aan de voet van de vestingstoren.  Water.  Koffie.  Streekgerechten. Dat laatste avontuur eindigt met een bord vol paddestoelen, drijvend in vloeibaar knoflook.

Vanmiddag krijgt ‘vol gas’ een geheel eigen betekenis.  Een machtige rit brengt ons via het stadse Antequera naar de puist El Torcal,  waar een kruising wacht tussen maanlandschap en sprookjeswereld.  Het laatste streepje naar de top moeten we overslaan bij gebrek aan brandstof.  Maar bij het zachte namiddaglicht zijn de flanken met zijn reusachtige zwerfkeien al mooi genoeg.  Met een volle tank en nieuwe energie besluiten we om nog anderhalf uur door te rijden.  Naar het stuwmeer van Guadalhorce of El Chorro.  Het is een gouden greep.  De route is fenomenaal.  Kleine weggetjes,  groot landschap en machtige luchten.  Pas aan de boorden van het azuurblauwe meer komen we ander verkeer tegen. Een handvol auto’s en een enkele motorrijder.  Als we niet beter zouden weten,  hadden we dit landschap ergens in Amerika gedacht.  Big sky country op z’n Spaans.  Moe maar voldaan eindigen we als enige gasten in Ardales,  een dorpje met meer cafés dan bezoekers.  We gaan er op in het dorpsleven dat zich ’s avonds afspeelt op het centrale pleintje. We eten vis en genieten van de voorstelling om ons heen.

 

OLIJVENALARM

Hand van het gas! Hand van het gas!  Er liggen olijven op de weg.  De angst is een lichte erfenis van mijn enige serieuze valpartij.  Klop af. Een vlek van olijfolie bezorgde mij ooit een stevige uitglijder in Griekenland,  inclusief een gratis huidtransplantatie aan de volledige rechter zijkant.  Daar was geen Dr. Schumacher bij aan te pas gekomen.  Gewoon dikke korsten die wekenlang aan de lakens plakten.  Maar dat terzijde. Voorzichtig volgen we de weg. Tot het spoor van olijven plotseling linksaf buigt en we vijftig geiten op het erf van een boerderij zien staan.  Geen olijven,  maar keutels!  Loos alarm.  In de verte zien we El Burgo al liggen,  ooit een beruchte verzetshaard vol bandieten. Deze regio is nog tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw tamelijk wetteloos geweest.  Althans, de wetten waren er wel,  maar niemand trok zich daar wat van aan.  Er moest een compleet leger aan te pas komen om de boel tot de orde te roepen.  Rijdend door bandietenland, kunnen we het ons levendig voorstellen.

Dit is geen landschap dat gemaakt is voor mensen.  Hoewel, op de motor is het schaamteloos profiteren van strak asfalt door ruige rotsachtige bergen.  We nemen een laat ontbijt – of vroege lunch – in Ronda,  om vervolgens door te rijden naar de Sierra de Grazalema,  een ongerept natuurgebied dat bijna met z’n bomen tot in de Middellandse Zee staat.  Alleen een snelweg en een strookje hoogbouw hebben het teruggedrongen.  We rijden door een heftig wisselend landschap van kurkeiken beneden,  rotsen boven,  verdwaalde kastanjebomen aan de kant van de weg en duizenden,  duizenden bochten.  We zien Grazalema in de verte liggen,  maar het dorp lijkt niets dichterbij te komen.  Weer een bocht, nog een. Erg?  Nee natuurlijk.  Onze Ténéré voelt zich juist helemaal in z’n  element en danst over de schouders van de tot bijna 1.700 meter hoge bergen.  Tijdens het hoogseizoen is het hier oppassen geblazen omdat de Sierra een populair uitstapje is vanuit de Costa del Sol.  Nu is het er rustig en hebben we het terras in Grazalema voor het uitkiezen: op het pleintje,  of liever verderop onder de palmboom?  We slenteren door het dorp,  genieten van de witte huizen,  de gietijzeren hekken,  de kleine winkeltjes,  de rust,  de oude mannen bij de kerk.  Hoewel we ons afvragen of we wel voor het donker terug aan de kust zullen zijn,  besluiten we bij een café solo om met een grote omweg via Gaucín en Casares terug te rijden.  Het vliegtuig naar huis vertrekt morgen pas en deze rit door het echte hart van Andalusië kan wat ons betreft niet lang genoeg duren.  Camarero, la quenta por favor!

 

RIJDEN MET TRAVELMOTO

Jac van Gestel gooide in 2002 het roer om.  Hij verhuisde met zijn gezin naar Andalusië om er een droom waar te maken:  motorreizen organiseren.  In samenwerking met Motomercado (Spaanse Yamaha Dealer) biedt Jac inmiddels een uigebreid programma aan met korte en langere reizen door Andalusië.  Van de kleine weggetjes direct achter de Costa del Sol tot aan culturele hoogtepunten als Granada en Cordoba.  De meeste gasten vinden het heerlijk om de GPS routes van ons te rijden, dan hoeven ze zich niet druk te maken over de route’, aldus Jac.  Ik zorg voor de mooiste weggetjes, leuke stopplekken en de bijzondere overnachtingen, en zij kunnen genieten van het rijden en het landschap.’

 

AUTEUR: Hans Avontuur   Als reisschrijver én fotograaf deelt Hans zijn reiservaringen  met miljoenen lezers van prachtige bladen als AD Magazine, National Geographic Traveler, Wintersport Magazine, Moto73, Méditerranée en Leven in Frankrijk. Winnaar van een Canadese, een Spaanse, een Caribische en zes Belgische prijzen én op de ASP Award 2019 voor het beste in Nederland gepubliceerde reisverhaal. 

 

Boek deze tour keyboard_arrow_right Huur deze motor keyboard_arrow_right
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email
Share on pinterest
Pinterest

TravelMoto
motorreis en verhuur specialist

Book your tour

Eigen GPS tour